Nederlandse CRDL prominent op de agenda van AAATE’17 in Sheffield UK

Van 11 tot 15 september 2017 vindt in Sheffield, UK, het AAATE2017 Congress plaats (Association for the Advancement of Assistive Technologies in Europe). Dit jaar wordt het georganiseerd door de Universiteit van Sheffield. In het kort gaat het om dé Europese conferentie rond ‘technologie op het gebied van zorg en welzijn voor mensen in zorginstellingen of thuiswonenden met een zorgbehoefte.’

De CRDL staat op 13 september ook op de agenda en wordt gepresenteerd door Prof. dr. Luc de Witte.




Prof. dr. Luc de Witte is sinds oktober 2016 Professor of Health Services research in CATCH, (Centre for Assistive Technology and Connected Healthcare) aan de universiteit van Sheffield. Voor zijn benoeming in de UK was hij hoogleraar Technologie in de Zorg aan de Universiteit Maastricht, lector bij Zuyd Hogeschool in Heerlen en directeur van het EIZT, het Expertisecentrum voor Innovatieve Zorg en Technologie in Heerlen.

Hij heeft uitgebreide ervaring met innovaties in de gezondheidszorg in het domein van de langdurige zorg: revalidatie, ouderenzorg, gehandicaptenzorg en de zorg voor mensen met een chronische ziekte. Momenteel richt hij zich met name op de toepassing en implementatie van innovatieve technologieën voor de zorg.

Wat is vanuit uw optiek de meerwaarde van de CRDL voor mensen met dementie?
“Eén van de ingrijpende gevolgen van dementie is het verlies van contact. Zeker in verder gevorderde stadia van dementie is het vaak erg moeilijk en ongemakkelijk voor omstanders om nog betekenisvol contact te hebben. Waarover te praten? Wat samen te doen? Vaak ligt de nadruk op de dingen die niet meer lukken. Onze samenleving is sterk verbaal georiënteerd: als praten moeilijk wordt of gewoon niet gaat, ligt isolement om de hoek.

De CRDL biedt een mogelijke opening voor contact in een andere dimensie of op een andere golflengte dan het gesprek. Voor mensen die eerder intiem met elkaar omgingen kan de CRDL dan een ‘medium’ zijn om zonder woorden opnieuw contact te maken en samen een moment van verbinding te ervaren. Dat heeft geen therapeutisch effect (het ziekteproces zal er niet door veranderen) maar het biedt de mogelijkheid om samen iets positiefs en prettigs te ervaren. En dat is van grote waarde, voor de persoon met dementie maar mogelijk nog meer voor de omstanders.
Verbinding is essentieel in het leven van iedereen en zeker dat van mensen voor wie communicatie niet meer ‘vanzelf’ gaat. De CRDL zal niet voor iedereen werken. Het vergt onderzoek om uit te zoeken voor wie en in welke situatie het wel of niet werkt, en om uit te zoeken hoe CRDL het best ingezet kan worden.”

Met welke soort onderzoeksopdracht en -doel kan dit het best worden bepaald?
“In de zorg zitten we als het ware ‘gevangen’ in de kaders van evidence based practice en
kosteneffectiviteit; we willen alleen dingen doen die ‘bewezen’ effectief zijn en ook nog kosteneffectief zijn. Zoals ook de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving (RVS) bepleit in haar recente rapport met de titel: ‘Zonder context geen bewijs. Over de illusie van evidence-based practice in de zorg’, laat veel in de zorg zich niet goed ‘vangen’ in deze kaders. Veel van wat zorg tot goede zorg maakt is niet te omschrijven in een interventieprotocol, maar heeft te maken met menselijk contact, aandacht, betrokkenheid en verbinding. Dat soort aspecten laat zich niet gemakkelijk meten in de termen die in het wetenschappelijk onderzoek in de zorg gangbaar zijn geworden. Hiervoor zijn nieuwe benaderingen nodig en mogelijk.

CRDL is voor mij een perfect voorbeeld van een instrument dat niet geëvalueerd moet worden in termen van effectiviteit (invloed op het ziekteproces of anderszins ‘medische’ effecten), maar veel meer in kwalitatieve termen: voor wie biedt het in welke situaties een positieve ervaring en leidt het tot verbinding met omstanders (partner, familie of zorgprofessionals)?

Kosteneffectiviteit is hier ook niet eenvoudig op een standaard manier uit te drukken. Wat is het waard om met je dementerende partner een uur intiem te zijn, elkaar aan te raken en een moment van ‘samen’ te ervaren? Dat zijn andere type vragen en van een andere orde dan hetgeen standaard in een onderzoek gesteld wordt. Met nieuwe hulpmiddelen moeten we daarom ook leren om andere onderzoeksvragen en -doelen te stellen.”

De presentatie over de CRDL tijdens het AAATE’17 congres zal aan het einde van de week (15 september) beschikbaar zijn op de website van CRDL (www.contactdooraanraking.nl)